
Het is donderdag 25 januari 1990 en er waait langs de Noordwijkse kust een zware storm. Ik fiets van mijn werk naar huis en de dakpannen vallen van de daken op dat moment. Mijn vader reed toevallig voor mij met de auto en we kwamen gelijk thuis. Hij was bij zijn ouders geweest om te controleren of alles ok was en na een inspectie thuis zei hij dat hij naar de kazerne ging. Met zo’n storm zal er wel iets aan de hand zijn. Bij het weggaan stond hij op de deurmat en zei: ‘dag’.
Terwijl de ergste storm van de eeuw over Noordwijk raasde, kwam het nieuws binnen dat er brand was uitgebroken in Huis ter Duin. Ergens tussen half 6 en 6 uur voelde ik de drang om erheen te gaan, niet wetende dat hij op dat moment ook daadwerkelijk overleed. Ik ben met mijn moeder in de auto gestapt, terwijl er overal vuurregen was. Je kon geen hand voor ogen zien en de wind had zich ondertussen tot orkaansterkte opgebouwd, zo bizar hard dat mensen hierdoor werden opgetild. De brand was immens groot, ik had geregeld branden gezien, deze was niet te omschrijven en zie het beeld nog steeds voor mij. Ik ben mijn moeder daar kwijtgeraakt toen ik op zoek ging naar mijn vader, kruipend op handen en voeten. Ik kwam overal brandweermannen tegen en die ‘wisten’ niet waar hij was. Later op de avond ben ik teruggegaan naar huis ter duin, omdat ik wist dat er iets mis was met mijn vader, ik wilde hem vinden. Bij aankomst werd ik snel door Klaas een goede vriend en collega brandweerman van mijn vader, uit de situatie gehaald en hij kon alleen maar uitbrengen ‘het is zo erg.....’ ik denk dat mijn stem op dat moment boven de storm is uitgekomen! En ik, ik wist meteen dat ons gezin niet alleen in natuurkrachten, maar ook emotioneel in een heftige storm terecht was gekomen. Een storm die ons leven tekent.
Ik ging onder begeleiding van Klaas en de politie naar huis om te vertellen dat papa was verongelukt. Vanaf dat moment waren we nooit meer alleen. Rustig rouwen in mijn eentje of met mijn ons gezin zat er niet in. Niet alleen mijn vader maar ook zijn collega’s en vrienden Jan en Gerrit waren omgekomen tijdens deze ramp, die niet alleen drie gezinnen maar ook het hele brandweerkorps had getroffen. We overleefde de eerste dagen in hectiek, met media en waren druk met de voorbereiding van de gezamenlijke afscheidsdienst. We bezochten de ravage in Huis ter Duin, hadden vragen waar geen antwoorden op kwamen. Het verwrongen staal in de vorm van een vraagteken, dat we op de plek waar de sleutels van mijn vader waren gevonden aantroffen, was geen toeval. Er kwamen simpelweg geen antwoorden, omdat die niet gegeven konden worden.
6 oktober 2018 was ik even oud als mijn vader toen hij stierf. Mijn vader had 22 januari 80 jaar geworden, een dag die zo dichtbij de datum ligt waarop we al 29 jaar bloemen neerleggen bij het monument bij de brandweerkazerne.
Ik sta hier vandaag omdat ik mijn vader nu officieel heb overleefd en het tijd is om als 1e kind van één van de overleden brandweermannen te spreken. Om mijn gedachten en gevoelens te delen en er met elkaar van te leren. Ik was 22 jaar, had een prachtige jeugd achter de rug maar was op slag volwassen. Mijn vader was handig, kluste veel en was vaak in de kazerne te vinden. Hij was een gangmaker, hield van een biertje en bleef graag hangen. Dat heb ik van niemand vreemd. De eerste weken hadden we elke dag een vol huis, we werden geleefd en de duiven die mijn vader hield moesten worden verzorgd. Ik ben hierdoor hele stukken kwijt waar anderen mij af en toe eens aan herinnerden. ’s Nachts sprak ik veel met mijn moeder, we sliepen samen in het grote bed. Iedereen verwerkte dit verlies op zijn of haar eigen manier. Na alle hectiek zijn we doorgegaan met leven, tussen nachtmerries en boze dromen door. Er heerste ongeloof. En hoewel de directe verbinding er met mijn vader altijd was en is, waren we het tastbare kwijt. Ik miste en mis een belangrijke steunpilaar, de basis van het huis was weg en dus wankelde het. Ik leek zijn kleine meisje te blijven. Hij leek er altijd te zijn en hierdoor was het loslaten van mijn vader moeilijk. Ik had er hulp bij nodig want het voelde alsof hij mij niet los wilde laten, terwijl ik nu stilletjes aan weet dat ik hem niet los kon laten en voor altijd zijn kleine meisje zal blijven. En ondertussen moet je door en doe je dat voor de buitenwacht nooit goed.
Ik ben een aantal jaren later anderhalf jaar op reis gegaan. Een droom die ik als klein kind al had. Ik was niet op de vlucht, maar doordat ik helemaal op mezelf was aangewezen, kreeg ik spiegels voorgehouden. In die periode overleed mijn opa, de vader van mijn vader. Voordat ik vertrok had ik afscheid van hem genomen en toen hij stierf kon ik niet terug voor zijn uitvaart. Ik maakte in mijn eentje in Indonesië ander verdriet door. Niet alleen het verlies maar ook de confrontatie, met de door iedereen vaak onderschatte, eenzaamheid was zwaar.
Ik mis het volwassen zijn met mijn vader. Zijn raad en adviezen, daar leef je toch op, op die vragen. Toen ik mijn huis kocht heb ik zeven dagen starend naar kale balken gekeken, mezelf afvragend: ‘Hallo Nico, kun je niet gewoon even een advies geven?’. Het was als Barbara Streisand horen zingen: ‘papa can you hear me?’. Hij is er altijd maar toch ook weer niet. Alle belangrijke gebeurtenissen ga ik door zonder hem en ondertussen ken ik mijn vader langer niet dan wel. Mijn vader had nog zoveel dromen, stond midden in het leven en keek uit naar zijn vervroegde pensioen. Ook ik heb dromen, sta net zo midden in het leven, alleen dat vervroegde pensioen zit er voor mij voorlopig nog niet in.
Het gemis is geen worsteling want ik heb veel van de plotselinge dood van mijn vader geleerd. Ik ben niet bang voor de dood en heb door de situatie in één dag geleerd van kleine dingen te gaan genieten, meer aan vandaag en morgen en niet aan over tien jaar te denken. Ik werd niet alleen snel oud, ik leerde ook hoe waardevol het leven is. Mezelf binden aan iemand is moeilijk, doordat de ervaring heeft geleerd dat iemand zomaar kan verdwijnen. Hierdoor is het aangaan van relaties soms lastig, want ik wil dat verdriet niet nog een keer door. Een dierbare verliezen is voor eenieder zwaar. Gevoelsmatig ervaar ik het onvervangbare als zwaarder. Je hebt namelijk maar één echte vader en die is niet te vervangen. Het gaat goed met mij, met ons. Het naar binnen lopen bij Huis ter Duin heeft jaren gekost maar leverde de afgelopen jaren ook hele waardevolle momenten op, waar mijn vader dan toch een soort van bij was.
Na 10 jaar ben ik de nieuwe brandweerkazerne weer ingegaan, de oude kazerne bezoeken lukte me niet. Het monument van verwrongen staal geeft niet alleen een goed beeld van de ravage die deze brand in Huis ter Duin had aangericht, maar typeert ook de levens van hen die er door getekend zijn. En soms is er een moment van boosheid en teleurstelling. Omdat ik recent slachtofferhulp aangeboden kreeg na een inbraak. Ik had hen nodig toen ik 22 was en toen waren zij er niet. Gelukkig zijn de tijden veranderd en beseffen we dat ervaringsdeskundigheid anderen kan helpen. De ervaring die ik rijker ben en verwerkt heb, kan een grote steun voor anderen zijn. En als ooit mijn pensioen dan toch in gaat, schrijf ik er graag een boek over en wie weet is dit wel het begin.
Net voor het overlijden van mijn vader heb ik gekeken naar de oudjaar conference van Youp van ’t Hek, hij zong het nummer ‘niemand weet hoe laat het is’. Is ’t vijf voor twaalf of net halfzeven, hoeveel uur heb ik nog of rest mij een kwartier, hoe lang mag ik doorgaan, nog doorgaan met leven? Ik heb geen idee en grijp het plezier..... Ik wil afsluiten met te zeggen; groot verlies en verdriet gaan je hele leven mee, maar maken je pad ook mooier. Papa ik kan in ieder geval zeggen dat ik je voorbeeld volg dat je echt hebt geleefd en genoten hebt van het moment en plezier en ouwe, ik houd nog steeds van jou!