Goed verhaal
- Julia van Bohemen
- 17 okt 2024
- 2 minuten om te lezen
Alleen een paar bouwvakkers kwam ik vanmorgen tegen. Dezelfde als gisteren. Terwijl ik ze normaal gesproken in een meute van schoolgaande kinderen niet gedag zou zeggen, wenste ik ze nu een goedemorgen. Ze draaiden zich enthousiast om en wensten me hetzelfde toe. Heus, anderhalve meter afstand. En verder niemand op straat.
Het wàs ook een goede morgen. De zon scheen en de lucht kleurde helderblauw. De stad was stil. Ik hoorde slechts een mengeling van fluitende vogels en mijn rinkelende fietsbel. Die moet ik nog eens beter aandraaien.
Ik fietste naar kantoor. Kantoor? Iedereen blijft toch thuis? Dat zou ik ook kunnen doen, maar als je weet dat ik op kantoor in mijn eentje op een enorme zolder zit, maakt dat niet veel verschil met thuiswerken. Een verdieping lager zit één collega en weer een verdieping lager nog eentje. That’s all.
Normaal gesproken vult het kantoor zich dagelijks met heel veel meer mensen. Rond negenen in de ochtend blèren de mannen zich naar binnen. Mannen laten op de een of andere manier altijd duidelijk weten dat ze er zijn. Ik mis het.
Ik mis de flauwe grappen die zich dagelijks herhalen, waardoor ze nog flauwer worden. Ik mis de ochtendverhalen (je hebt elkaar een avond niet gezien, maar wat beleven we toch veel), de voetbalbeschouwingen, het gemopper op elkaar van medewerkers met soms een grote bek maar een klein hartje. Je leert elkaar kennen.
Ik mis het geluid van de herhaaldelijk draaiende koffiemachine (goede koffie hier!) die eerst bonen maalt en dan uitschenkt. Er staat vandaag niemand bij. Ik pak een beker uit de kast en zie op de tweede plank de ‘persoonlijke’ mok van een collega staan. Hij werkt al dagen thuis. ‘Goed verhaal, lekker kort’ staat erop. Ik mis die verhalen, en druk op de knop voor een dubbelle espresso. Het is nog maar tien voor acht.
Ik was daarna voor de derde keer deze ochtend mijn handen en loop de trap op naar mijn zolder. Klap mijn laptop open. Ik zal vandaag weer teksten schrijven. Zoals gewoonlijk. Misschien wel het enige wat momenteel gewoon is.
Thuis zit mijn puberdochter schoolwerk te doen dat ze online krijgt aangeboden. Mijn andere kinderen proberen zo goed en zo kwaad als het gaat deze maand rond te komen van hun stufi en leningen omdat hun horeca en andere bijbanen stilliggen. Mijn oudste zoon hielp deze week nog een vriend verhuizen. 'Zou je dat nou wel doen jongen? Met hoeveel zijn jullie dan?'
Wat een wereld. Waarin kunnen we elkaar nog ontmoeten nu fysiek contact uitgesloten is? Het laat zich raden, verhalen. Lekker kort of niet, de enige manier om elkaar aan te kunnen raken is door elkaar verhalen te blijven vertellen.
Ik zet het zolderraam open en haal de wereld en de zon naar binnen. Neem een slok koffie en open mijn mailbox. Ik ga ‘gewoon’ aan het werk, maar ben me bewuster dan ooit van hoe de dag is ingezet.
Comments